
1940 - 1945
De Bloemendaalse politiek situatie
De Gemeenteraad van Bloemendaal gedurende de periode 1938 - 1945.
Het is interessant te weten hoe de gemeenteraad op de oorlogsdreiging heeft gereageerd. Tevens is de reactie van de gemeenteraad op de bezetting, tot aan haar opheffing nagegaan. Het gaat hier dus uitsluitend over het ( openbaar) handelen van de gemeenteraad en niet van college en gemeente in zijn totaliteit. Daartoe zijn alle raadsverslagen, zowel openbaar als besloten, onderzocht.
De periode vangt aan op het moment van annexatie van Oostenrijk in maart 1938 en eindigt met de opheffing van de gemeenteraden door de Duitse bezetter op 1 september 1941. De verslagen van de verschillende commissies bevinden zich niet meer in het archief.
Samenstelling Gemeenteraad:
De gemeente groeit relatief snel in de dertiger jaren van 13.576 inwoners op 1 januari 1930 naar 17.141 inwoners op 1 januari 1940.
De nieuwe gemeenteraad, wederom bestaande uit 15 leden, wordt op 20 juli 1939 gekozen. De samenstelling verschilt weinig met de voorgaande verkiezingen. De deelnemende partijen zijn:
Rooms Katholieke Staatspartij (RKS)
Liberale Staatspartij ( LS)
Sociaal Democratische Arbeider Partij (SDAP)
Christelijk Historische Unie (CHU)
Vrijzinnig Democratische Bond (VDB)
Anti Revolutionaire Partij (ARP)
Nationaal Herstel
De zetelverdeling was alsvolgt:
1939 | 1935 | |
RKS | 4 zetels | tegen 4 zetels |
LS | 3 zetels | tegen 3 zetels |
SDAP | 2 zetels | tegen 3 zetels |
CHU | 3 zetels | tegen 2 zetels |
VDB | 2 zetels | tegen 1 zetel |
ARP | 1 zetel | tegen 1 zetel |
N.H. | 0 zetel | tegen 1 zetel |
(De N.S.B komt als partij niet voor, maar het vermoeden is sterk, dat de partij Nationaal Herstel daarvoor in de plaats was).
De rechtse partij Nationaal Herstel verliest zelfs haar zetel. Politiek gezien blijven de christelijke partijen ( RKS, CHU en ARP) met 8 zetels het belangrijkste. De liberale partijen ( LS en (VDB) komen met 5 zetels en de socialisten ( SDAP) verkrijgen 2 zetels.
Tot Wethouders worden in 1939 benoemd: Adr. Cassee en J. Ouwehand. Burgemeester is Jhr. C.J.A. den Tex.
De aanvangsjaren 1938 en 1939
Oorlogsdreiging in de marge:
De notulen lezend van de openbare en besloten vergaderingen gedurende deze periode komt de indruk naar voren dat, op een enkeling na, de gemeenteraadsleden er niet van overtuigd waren, dat Nederland in de oorlog betrokken kon worden.
Pas in de vergadering van oktober 1938 wordt voor het eerst over een mogelijke oorlogsdreiging en een daaraan gekoppelde luchtaanval gesproken. Er is dan net de eerste, op 14 oktober 1938, verduisteringsproef gehouden.
Het lijkt wel of de Raad zich meer zorgen maakt over de kosten die een aantal maatregelen met zich meebrengen, dan dat zij zich bewust is van de naderende dreiging.
In die zelfde vergadering van 20 oktober 1938 spreekt de Voorzitter zijn bewondering uit dat "slechts 4 van de 200 brochures over de te nemen maatregelen bij luchtaanvallen zijn verkocht".
Of in de vergadering van 19 januari 1939 wanneer wordt medegedeelt dat "Particulieren een gasmasker kunnen aanschaffen voor fl. 20,00 een zwaarder model en fl. 5,00 voor een volksgasmasker".
Een vergadering later blijkt dat slechts 42 gezinnen een drietal voorlichtingsbijeenkomsten bezochten en slechts 27 gasmaskers zijn verkocht.
Men signaleert een gebrek aan medewerking en te weinig belangstelling van de kant van de bevolking. Belangrijkste reden voor het niet aanschaffen is dat de bevolking vindt dat de gemeente de voorzorgsmaatregelen moet betalen en gasmaskers gratis verstrekt dienen te worden. De oplossing voor een groot deel van de bevolking is zowel simpel als effectief als 1200 Bloemendalers lid worden van de Luchtbeschermingsdienst. Iedere vrijwilliger heeft recht op een gratis gasmasker.
Het aanleggen van schuilloopgraven heeft niet echt de hoogste prioriteit en opmerkingen als "wachten tot de volgende vergadering"
; de internationale situatie kan zich ontspannen" of "Bloemendaal hoeft geen aanval te vrezen" zijn regelmatig terug komende opmerkingen.
Ingegeven door het feit dat de gemeente in de laagste risicoklasse (3) is ingedeeld en men ook beducht is dat de aanleg tot vergroting van de onrust onder de bevolking leidt.
Als het dan toch moet, dan wordt er op aangedrongen om werkelozen bij de aanleg van de schuilkelders in te zetten. aan het einde van het jaar 1939 barst een discussie los of het aanleggen van schuilloopgraven in het kader van de werkverschaffing dient plaats te vinden of als normaal werk dient te worden aangemerkt. in het tweede geval dient ook een normaal salaris te worden betaald. De meerderheid ( met 8 tegen 7 stemmen) van de Raad beschouwt de aanleg hiervan als werkverschaffingsobject.
"Aangezien de schuilloopgraven niet productief zijn en niet zouden gebeuren in normale tijden. het zijn zeer toevallige werkzaamheden die in verband staan met de tegenwoordige bijzondere tijdsomstandigheden. Dergelijke omstandigheden zijn geen normaal werk."
Wat niet bekend wordt is de discussie op dezelfde dag 19 oktober 1939, in besloten vergadering gevoerd. Ter sprake komt de mogelijkheid om de loopgraven van balen stro te makenof, zoals in Rotterdam, betonnen platen. De laatste optie kost fl. 8,00 per inwoner. Bloemendaal wil niet meer dan fl. 2,00 per inwoner uitgeven.
de raad kiest voor open schuilloopgraven.
Waar wel regelmatig. vanaf eind 1939, extra geld voor wordt uitgetrokken is de opzet en uitbouw van de luchtbeschermingsdienst en de aanschaf van materiaal voor de brandweer. De leden van de SDAP fractie stemmen zowel in 1938 als in 1939 tegen het verlenen van subsie aan de Burgerwacht. De Vrijzinnig Democratische fractie stemt alleen in 1938 tegen en in 1939, gezien het gewijzigde karakter van de Burgerwacht, voor de subsidie.
5 september 1939:
Als de nieuwe Raad op 5 september 1939 wordt geïnstalleerd komt de internationale toestand eindelijk aan de orde. Maar dan heeft het laatste half jaar de "Anschluss" van Oostenrijk, de "Sudetenkrise", de creatie van het "Reichsprotektorat Böhmen und Mähren" en 4 dagen ervoor de "invasie" in Polen, plaatsgevonden.
De Voorzitter houdt de volgende toepsraak:
Mevrouw, Mijne Heeren
"In de eerste Raadsvergadering na de mobilisatie in 1914 ving men den vergadering aan met de behandeling van het debat voor een wijziging van de schoolgeldverordening".
"Dit Hollandse flegma te evenaren is mij niet mogelijk".
"Ik zou mij daarom dan ook niet willen bepalen tot een woord van welkom tot de nieuwe leden, maar ook een woord tot den Raad in zijn geheel willen richten".
"Den ernst van deze dagen zal geen uwer zich ontveinzen. Iets anders is echter het zich instellen op geheel nieuwe verhoudingen. immers, wij zijn 100 jaar aan den vrede gewend en ook de mobilisatie van 1914 heeft den burgelijke bevolking niet zoo onmiddelijk bij den oorlog betrokken, als thans door een luchtoorlog geschiedt".
"Wij moeten ons dus instellen op geheel neuwe verhoudingen, zoowel wettelijke als feitelijke verhoudingen".
Het beslissende jaar 1940
EINDELIJK DAADKRACHT?
10 mei 1940:
Tot aan de spoedvergadering op 10 mei 1940 komen slechts een beperkt aantal onderwerpen aan de orde. Suppletie begroting voor het terug vorderen van voorgeschoten bedragen bij het Rijk, instellen strandverbod, cursussen voor instructeur van de brandweer, bijdrage blokbrandspuit Overveen, een gemeente auto voorzien van gasgeneratoren.
In zijn inleiding van deze eerste Oorlogsraad gaat de burgemeester in op de ontstane situatie:
"Wij gaan een tijd van groote moeilijkheden tegemoet, echter met groot vertrouwen. Hoe zwaar en moeilijk het ook moge zijn, wij zullen niet moeten vergeten, dat onze voorouders vroeger den strijd voor hunne zelfstandigheid hebben gevoerd onder veel moeilijker omstandigheden, toen het land bezet was door soldaten van een andere landaard. Onder leiding van Oranje hebben onze voorvaderen voor hun vrijheid gevochten en ten slotte overwonnen. Er is geen reden te gelooven, dat wij dit ook niet zouden kunnen en dat de moed en volharding van ons volk thans minder zullen zijn dan zij dat waren in het verleden. Een zware taak rust op de schouders van de regering en van ons leger. Wij scharen ons met groot vertrouwen achter hen en om Oranje. Het is onze plicht een zelfde vastberadenheid te toonen en niet te versagen. Ook de Raadsleden zelf zullen groote moeilijkheden ondervinden, waarvoor spreker hun de kracht toewenscht, die thans van hen wordt vereischt. Het komt er nu op aan hoofd en hart hoog te houden en voort te gaan met onze plicht te doen, in het volle besef van onze verantwoordelijkheid. Wij gaan een tijd van zware beproeving tegemoet, met Gods hulp zullen wij die doorstaan". aldus burgemeester den Tex.
16 mei 1940:
In de reguliere Raad van 16 mei komt de Voorzitter slechts summier op het gebeuren terug. De voorzitter heet de leden welkom en opent de vergadering. Hij gelooft, dat de Raad van hem niet zal verlangen, dat hij terugkomt op de gebeurtenissen, die plaats hebben gehad sedert de Raad het laatst in vergadering bijeen is geweest. De Raad is bijeen geroepen en Burgemeester en Wethouders hebben besloten deze vergadering toe doen doorgaan, omdat het nu onze taak is, om de innerlijk organisatie van ons land en van de gemeente staande te houden.
Hij doet echter in de besloten vergadering van 16 mei meer mededelingen over de (toekomstige) situatie binnen de gemeente.
Dan begint ook de periode, die tot eind 1940 duurt, waarin de Raad veel beslissingen neemt. Krediet aanschaf tweede blokspuit voor Overveen, verduistering, bezoldiging personeel distributiekring, ongevallenwet voor vrijwilligers luchtbeschermingsdienst, wachtdienst uitkijkpost luchtbescherming, centrale keuken, namaken distributiebescheiden, terugontvangst en betaling van inkwartiering.
Maar er komen ook een aantal zaken aan de orde die rechtstreeks met de gewijzigde situatie te maken hebben.
Vergadering 16 mei 1940:
De Voorzitter somt de regels op die burgers en ambtenaren in acht dienen te nemen bij bezetting door een vreemde macht.
* Alle bestuursorganen behoren ter plaatse te blijven.
* De bestuursorganen en iedere ingezetene hebben zich te
onderwerpen aan de bezettende macht maar blijven
onderdaan van de Nederlandsche regering en trouw te blijven
en haar bevelen te volgen.
* De organen en de bevolking kunnen niet gedwongen worden
trouw te zweren aan de bezettende macht.
* De luchtbeschermingsverordeningen blijven van kracht.
* Die wetten die instrijd zijn met het belang van de bezettende
macht kunnen niet worden nageleefd.
* Medewerking moet worden verleend aan de bezettende macht
ter handhaving van de openbare orde en veiligheid.
* Overheid en ambtenaren moeten zich van handelingen
onthouden die tegen de belangen zijn van de bezettende macht
indruisen anders dan wordt dit als krijgsverraad beschouwt.
Vergadering 18 Juli 1940:
Analoog aan het besluit van 24 juni 1940 door de Secretaris-Generaal van het Ministerie van binnenlandse Zaken wordt het ambtenarenreglement van de gemeente gewijzigd zodat ambtenaren nu ok lid kunnen zijn van:
- De Nationaal Socialistische Beweging (NSB).
- De Nationaal Socialistische Arbeiders Partij (groep Kruyt).
- De Nationaal Socialistische Nederlandse Arbeiders Partij
(groep van Rappard).
- Het Nederlandse Volksfascisme "Zwarte Front".
- De Nederlandse Volksparij ( N.V.P.).
En de mantelorganisaties Nationale Jeugdstorm, Nederlandse
Werknemers Vereniging en de Nationale Reisvereniging.
De Raad stelt het besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming
vast.
Vergadering van 28 November 1940:
Huur perceel administratie Duitse Zaken. Het College stelt voor een bedrag van fl. 900,00 voor de huur aan de begroting toe te voegen. Op een vraag van Raadslid Prinsenberg over de inrichting antwoord de Voorzitter, dat het bureau Winterhulp met oude meubelen wordt geïnstalleerd. Voor de overige inrichting wordt op kort termijn een bedrag gevraagd.
Daarvoor heeft de Raad in haar besloten vergadering van 18 juli 1940 al ingestemd om over te gaan tot het aanleggen van overdekte schuilloopgraven in plaats van de huidige open loopgraven. De oorlogservaring heeft geleerd dat gesloten loopgraven beter voor de bevolking is tegen inslag en ook beter te camoufleren zijn. In de vergadering van 17 september 1940 is de credietaanvraag "voor het doen geven van cursussen in de Duitse taal aan enkele van het secretarie-personeel en aan intelectuele werkzoekenden" uitgebreid besproken.
"Dien aangaande worden tal van vragen gesteld waarop door den voorzitter en de heer Cassee (wethouder) antwoord wordt gegeven".
EEN AFLOPENDE ZAAK
Op weg naar het einde
Het lijkt wel of de Raad er zich bij neerlegt dat haar rol ingeperkt wordt. Van de negen vergaderingen in het jaar 1941 zijn er zelfs twee waar geen onderwerpen met betrekking tot de oorlog op de agenda staan. Er wordt weer gesproken en beslist over luchtbeschermingsdienst, brandweer transportwagen, centrale keuken, uniformen politie, volkstuintjes voor het telen van groente, huur PEN-gebouw na vordering Bornwaterschool.
20 februari 1941:
Nog een keer wil de Raad van zich afbijten en wel op 20 februari 1941. Er dient een administratteur voor Winterhulp aangesteld te worden. Het salaris noch de huur van het kantoor en onkosten mogen niet ten laste van de collectes vallen. Twee Raadsleden vragen naar terugbetaling van het Krediet door Winterhulp en vragen een onderbouwing waarom dit niet uit de collectes kan worden betaald. De Voorzitter citeert uit een circulaire van Winterhulp Nederland waarin expliciet staat dat vergoeding van personeel uit principiële overweging niet ten laste van Winterhulp komt omdat plaatselijk Winterhulpwerk door de plaatselijke bevolking gedaan dient te worden. Raadsleden blijven Winterhulp duur vinden voor de gemeente, al met fl. 1.000,00 per jaar.
De Voorzitter merkt op dat het nutteloos is om hier verder over te praten aangezien de maatregel van hogerhand is beslist.
"De Raad kan het goed of niet goed vinden, het zal toch gebeuren".
Met 11 tegen 4 stemmen wordt het voorstel aangenomen.
17 juli 1941:
Vandaag wordt de laatste vergadering van de Gemeente Raad gehouden. Ingevolge de verordening 152/1941 van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied blijven de werkzaamheden van de Raad met ingang van 1 september 1941 rusten en wordt de taak van de Gemeente Raad waargenomen door de burgemeester
27 augustus 1941:
Laatste vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders. Ingevolge de verordening 152/1941 van het Rijkscommissariaat blijven met ingang van 1 september 1941 de werkzaamheden van het College van Burgemeester en Wethouders rusten en wordt de taak van burgemeester en wethouders waargenomen door de burgemeester.
11 september 1941:
Tweede en laatste bijeenkomst van burgemeester Jhr. Mr. C.J.A. den Tex en wethouders Ing. J. Ouwehand en Adr. Casse heeft plaats.
16 september 1941:
Bij besluit van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied van 12 september 1941 wordt aan Jhr. Mr. C.J.A. den Tex ontslag verleend als burgemeester van de gemeente Bloemendaal.
TOT SLOT:
Meer dan een oppervlakkig beeld van het reilen en zeilen van de gemeente geven de notulen van de openbare en besloten vergaderingen niet. Dit komt doordat de notulen van de raadscommissie niet meer beschikbaar zijn. Er waren veel meer raadscommissies dan nu het geval is. Wij mogen ervan uit gaan dat er een vijftiental werkzaam waren. Daarnaast werd veel van besloten vergaderingen gebruik gemaakt. De indruk wordt gewekt dat het besluitvormingsproces minder in de openbaarheid geschiedde.
De Raad wilde zich al te nadrukkelijk met de dtails bemoeien en daardoor duurde het tot na de invasie dat een aantal beslissingen genomen werd.
De burgemeester drukte een duidelijk stempel op de vergaderingen. Hij was ook één van de weinigen die het gevaar van een oorlog onderkende. Dit kan verband houden met het feit dat hij tot 1 februari 1940 Voorzitter van de "Nederlandse Bond van Vrijwillge Brandwacht" is. Een functie die hem inzicht kan geven hoe in andere delen van het land en andere gremia over de oorlogsdreiging wordt gedacht. Het is verbazingwekkend dat na de oorlog deze functie van den Tex niet meer ter sprake komt.
In publicaties wordt regelmatig gewag gedaan dat in de Raad van 20 juni 1940 de gesneuvelde en teruggekeerde militairen door de burgemeester worden herdacht. De notulen geven een iets genuanceerder beeld. Lang wordt stilgestaan bij het overlijden van een raadslid en aan het einde van dit betoog wordt ook no even gememoreerd dat een militair gesneuveld is en de teruggekeerde militairen de taken manmoedig vervuld hebben.
Den Tex is wel een van de weinige burgemeesters die door de bezetter vanwege zijn houding is ontslagen. Inzicht in zijn gedragingen geeft een gedeelte van de rede die hij in de besloten vergadering van 16 mei 1940 houdt.
" Op dit oogenblik nu alles onzeker is zou spreker de leden van de Raad een ding vooral op het hart willen drukken: waar het kan zorg te hebben voor de belangen van de bevolking. Het is hier thans mee, als met een groot kind, dat leiding noodig heeft. Er zal hier ook altijd nog leiding noodig zijn, die de bezettingsautoriteiten niet kan geven.
Wat er verder gebeuren zal is niet te zeggen. er zijn geen andere richtlijnen, dan die zijn samengevat in de Instructie die spreker zoopas in den openbare vergadering heeft voorgelezen. Door het hooger gezag kunnen er op het ogenblik ook geen worden gegeven.
Ter Provinciale Griffie geeft men de raad; "Ga gewoon door". Dit zal spreker ook zooveel mogelijk doen, waarbij hij hoopt, dat den Raad hem "carte blanche" zal willen geven.
Einde toespraak.
(Met dank aan Jaap Nagtegaal van de Gemeente Bloemendaal voor zijn ondersteuning en achterhalen van deze informatie).
Bijlage aantal raadsvergaderingen en behandelde oorlogsonderwerpen':
BV OO OV OO TOT
1938 8 0 13 5 381
1939 10 3 13 21 388
1940 11 4 15 53 349
1941 6 3 9 18 161
Verklaring:
BV = aantal besloten vergaderingen.
OO = aantal besproken oorlogshandelingen.
OV = aantal openbare vergaderingen.
OO = aantal besproken oorlogshandelingen.
TOT = totaal aantal onderwerpen in de openbare vergadering
besproken.
Aanvullende informatie:
5 mei 1942:
De nu ex-burgemeester Jhr. Mr. C.L.A. de Tex van Bloemendaal wordt overgebracht naar Sint Michielsgestel alwaar hij verblijft in het klein-seminaar "Beekvliet" het concentratiekamp voor interlectueel Nederland.
"Beekvliet" Het voormalig klein-seminaar in Sint Michielsgestel (NB) werd een gijzelaarskamp met de bijnaam: "Hitlers Herrengefängnis". Hier werden voornamelijk hoogleraren, politici,schrijvers,musici, advocaten, geesetlijken en burgemeesters samengebracht die niet in de pas liepen met het Duitse gezag. Hieronder was ook Jhr. Mr. C.L.A den Tex, burgemeester van Bloemendaal en Dr. A de Vletter rector van het Kennemer Lyceum te Overveen verbeel er al sinds 15 november 1941.
Ter info:
Dr. A. de Vletter wordt in februari 1943 ontslagen uit kamp Sint Micielsgestel.
14 september 1944:
Jhr. Mr. C.L.A. den Tex (ex burgemeester van Bloemendaal) wordt ontslagen uit St. Michielsgestel en keert terug naar Bloemendaal.
Ga terug naar het jaar 1939. Klik hier op 1939 of op Home